Dag 26: San Jose

We vertrekken al vroeg naar onze allerlaatste camping, de opruimcamping waar we ons vier-weken-huis helemaal leeg gaan ruimen en uit gaan stoffen. We rijden nu niet meer door industrie, het is vooral akkerbouw en zelfs weiden met koeien mét hoorns, die ik hier nog weinig gezien heb. Af en toe zie je een ranch. Zelfs benzinestations en motels zijn schaars. Ik slaap/dommel/luister muziek het grootste gedeelte van de weg, want inmiddels ben ik behoorlijk moe. Dat wordt nog wat in het vliegtuig.

Na toch een behoorlijk eindje rijden komen we aan op onze camping, die vlak bij San Francisco ligt. Maar schijnbaar is dit niet een doorsnee camping, want overal staan van die enorme bussen. Campers als de onze zijn er welgeteld twee van de +/- 100 RV’s die hier staan. Het is ook heel mooi hier, overal leuke boompjes en bloemetjes en meer van dat soort details waar op de meeste campings geen aandacht aan wordt besteed.

We worden naar onze plaats gebracht door een hells-angelstype in een golfkarretje die uitermate vriendelijk is. Hij vertelt ons onder andere dat je vuilnis hier opgehaald wordt, en dat ten tijde van nood we hier zullen overleven: er is een aggregaat dat de hele camping van stroom kan voorzien, en een eigen waterput. Wat een geruststelling. Als er een natuurramp is, hebben wij in ieder geval stroom.

Belangrijker dan het nood-aggregaat vinden wij het zwembad, en dat is dan ook het eerste wat we verkennen als we uit de camper gaan. Het is een heerlijk warm zwembad, en we zijn meer onder dan boven water te vinden. Wat vervelend dat je toch nog moet ademhalen.

Na de lunch beginnen we met inpakken. Op één of andere manier is dat op de terugweg altijd moeilijker als heen. Dat kan natuurlijk ook komen omdat we in ieder geval één paar schoenen en een stel kleren de man meer mee moeten nemen. Het is passen en meten, zeker omdat we ook nog spullen nodig hebben de komende twee dagen, maar het lukt toch wel redelijk. Nu maar hopen dat we niet al te ver boven de 20 kg per koffer zitten.

We zwemmen nog een paar uurtjes, eten, douchen en komen erachter dat ik weer de shampoo op de vorige camping heb laten staan; óóps. Gelukkig hebben we nog de blond-shampoo die papa en willemijn al de hele vakantie gebruiken – papa is nog niet heel veel blonder geworden – en een paar samples van hotel Bally’s / Las Vegas.

’s Avonds ontdekken we dat het krappe tweepersoonsbed van papa en mama ook bést als vierpersoons kan dienen, maar uiteindelijk liggen we toch ieder in ons eigen bed. Afgezien van een troep overvliegende ganzen en een onfortuinlijk telefoontje uit Nederland in het midden van de nacht, is het een nacht waarin goed geslapen wordt. Gelukkig.