Dag 11: Twentynine Palms / Joshua Tree Park

11 augustus 2009 - Twentynine Palms, California, Verenigde Staten

Het was een reisdag, vandaag. Het overgrote deel van de dag hebben we in de camper doorgebracht. Want god, wat is het hier heet!

Voordat we weg gingen uit San Diego was er, tot mijn grote vreugde, nog tijd om een half uurtje rond te crossen op een ligfiets. Dat blijft leuk, en met tegenzin liet ik de fiets achter om in de toen nog redelijk koele camper te stappen. We zouden vandaag naar Joshua Tree Park gaan, een park wat niet bestaat uit bos, zoals de naam doet vermoeden, maar grotendeels uit woestijn. Joshua trees zijn een soort stekelige palmen, waar het grootste deel van het dierenleven in de woestijn omheen draait. Joshua Tree Park is de plek waar twee woestijnen – de Mohave woestijn en de Colorado woestijn – elkaar tegenkomen. Van die twee wordt de Mohave woestijn, die het noordelijkst ligt, beschreven als ‘koeler en vochtiger’. Jaja. Vergeleken met de andere woestijn misschien, maar ik vind ze allebei droog en heet. Al is heet misschien een understatement. Volgens mij heb ik het nog nooit in mijn leven zo warm gehad.

Een hele aardige man ontvangt ons in het informatiecentrum en vertelt ons vanalles over de woestijn. Hij drukt ons op het hart genoeg te drinken, 1 gallon per persoon per dag raad hij aan. Dat is dus 3,8 liter! We moeten ook oppassen voor ‘killerbees’ in een bepaald stuk van het park. Dat zijn enorme bijen, die hard kunnen steken, maar dat is niet het gevaar. Dat is, dat wanneer je een bij doodslaat, er een geur vrijkomt die verzekerd dat je de rest van de kolonie op je af krijgt. En dat is waarom ze killerbees heten. Ook vertelt hij dat we waarschijnlijk niemand zullen tegenkomen, simpelweg omdat het te warm is. Iedereen met gezond verstand komt een andere keer terug.

Omdat wij die keuze niet hebben, koersen we toch naar het park. Ok, het is best mooi. Zo ver als je kunt kijken, alleen maar stenen, Joshua Trees en stekelige bosjes. Alle stenen zijn ontstaan uit vulkanische activiteit, maar dat valt haast niet te geloven als je de hoeveelheid hoge bergen ziet. Tientallen meters hoog, met stenen van tien meter doorsnee. Enorm gewoon.

Maar na een aantal kilometers beginnen de stenen, bomen en zand toch wel een beetje te vervelen. Nog een paar keer gaan we eruit – zelfs de wind is heet – waaronder een keer om het mooie uitzicht te zien, over de hele vallei waarin meerdere dorpjes liggen en een aantal bergen te zien zijn. Iets hoger is de temperatuur ook iets beter te houden.

Eenmaal uit het park, rijden we naar de camping. Daar is helemaal niemand. Er staan wel campers en caravans, maar er is geen mens te zien. We zoeken maar een plekje uit en kleden ons snel om, het zwembad roept ons. Eindelijk afkoeling! Want op de camping was het minstens even warm als in de woestijn. Het zwembad is heerlijk en er zijn zelfs andere mensen daar, unbelievable.

We eten koud die avond, het is te warm om iets te koken. En ’s avonds is er voor mij een grote verassing: hoewel iedereen de hele dag had volgehouden dat ik nog niet jarig was, komt de fles champagne naar buiten en zelfs kadootjes :D Na de champagne